Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Pleisterwerk met schijnvoegen

Het gebruik van natuursteen is in de architectuur steeds één van de manieren geweest waarmee men een gebouw status kon geven. Zeker in onze streken is natuursteen veel duurder dan baksteen; wie in natuursteen bouwt is dus rijk. Het 'doen alsof' is net zo oud als de bouwkunst, dus mag het niet verbazen dat het gebruik van natuursteen vaak gesuggereerd werd. Zo zien we al in de Romeinse tijd natuursteenimitatie in schilderwerk of in stucwerk. Verraderlijk echt wordt natuursteen sinds de 19e eeuw in pleisterwerk met portlandcement geïmiteerd.
Wie een hele gevel vlak bepleistert kan niet verwachten dat de voorbijganger denkt dat het hele huis uit één blok steen gehouwen is. Voor een geslaagde misleiding moet je dus de natuursteenblokken suggereren, je moet dus gleuven als schijnvoegen in het verse pleisterwerk trekken.
Alleen wanneer het pleisterwerk een heel precies natuursteen wil nabootsen, zoals bijvoorbeeld bij de restauratie van een tufsteengevel of zorgvuldig nagemaakte gebosseerde bloken, spreken we van 'natuursteenimitatie in pleisterwerk'. Is het beeld grover en de 'blokken' minder natuurgetrouw, dan is de term 'pleisterwerk met schijnvoegen' geschikter. Het beeld wordt ook wel 'pleisterwerk met blokverdeling' genoemd.
Het is vermakelijk hoe de zeer het oorspronkelijk bedoelde effect soms verwaarloosd wordt: van een gevel met alleen horizontale schijnvoegen denkt heus niemand dat de blokken even breed zijn als de gevel. De verfijning van de uitvoering blijkt vooral bij de manier waarop overspanningen van muuropeningen gesuggereerd worden, zoals de lateien, strekken en ontlastingsbogen. Soms worden schijnvoegen gebruikt om alleen deze elementen aan te geven, al dan niet met dorpelbanden.

Tekst: Jean Penders (10-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders